Wat is beelddenken?
Beelddenken is een andere manier van denken.
Bij de inwinning van informatie verloopt het beelddenken :
- in beelden en gebeurtenissen;
- ruimtelijk;
- vlug, 32 beelden per seconde i.p.v. 4 woorden per seconde (taaldenkers);
- via de ogen: de oren blijven als informatiebron achter bij de ogen;
- via het gevoel: het is gekoppeld aan het emotioneel beleven;
- niet in volgorde;
- intuïtief.
De informatieverwerking verloopt :
- met niet-talige middelen, dus in beelden;
- in een onbewust proces, waarschijnlijk ruimtelijk;
- naar eigen belevingswereld.
Bij de vertaalslag naar communicatie :
- zijn de beelddenkers creatief met taalgebruik;
- gebruiken zij zelf verzonnen woorden;
- hebben zij woordvindingsproblemen;
- vertraagt het denken door het omzetten van beelden naar woorden;
- roept het ene beeld het andere op;
- roept een klein element van het geheel de verdere invulling al op;
- daardoor lijken ze niet nauwkeurig te luisteren en komen we dromerig over.
In het onderwijs bestaat een discrepantie tussen de manier waarop leerstof wordt aangeboden en de manier waarop de beelddenker informatie verwerkt. In elke klas zitten wel een aantal beelddenkers die vragen om een aangepaste aanpak :
Bij de inwinning van informatie verloopt het beelddenken :
- in beelden en gebeurtenissen;
- ruimtelijk;
- vlug, 32 beelden per seconde i.p.v. 4 woorden per seconde (taaldenkers);
- via de ogen: de oren blijven als informatiebron achter bij de ogen;
- via het gevoel: het is gekoppeld aan het emotioneel beleven;
- niet in volgorde;
- intuïtief.
De informatieverwerking verloopt :
- met niet-talige middelen, dus in beelden;
- in een onbewust proces, waarschijnlijk ruimtelijk;
- naar eigen belevingswereld.
Bij de vertaalslag naar communicatie :
- zijn de beelddenkers creatief met taalgebruik;
- gebruiken zij zelf verzonnen woorden;
- hebben zij woordvindingsproblemen;
- vertraagt het denken door het omzetten van beelden naar woorden;
- roept het ene beeld het andere op;
- roept een klein element van het geheel de verdere invulling al op;
- daardoor lijken ze niet nauwkeurig te luisteren en komen we dromerig over.
In het onderwijs bestaat een discrepantie tussen de manier waarop leerstof wordt aangeboden en de manier waarop de beelddenker informatie verwerkt. In elke klas zitten wel een aantal beelddenkers die vragen om een aangepaste aanpak :
- voor de instructie oogcontact zoeken
- korte instructie geven
- uitleg met tekeningen of schema's
- uitleg van het nut of het belang van de taak
- inzicht en doorzicht gaan vooraf aan automatisering
- aandacht voor overeenkomsten
- verwerking met behulp van visuele, tactiele en motorische oefeningen.
- vaak en kort oefenen
- afkijken mag
Beelddenker of taaldenker?
Dit kan vastgesteld worden met behulp van het gecertificeerde wereldspel. Zie pagina over het wereldspel. Natasja Janssen van Balans in Leren en Beelddenken heeft dit wereldspel in haar bezit en is bevoegd dit te gebruiken.
In een adviesgesprek wordt meestal gebruik gemaakt van het wereldspel om taal- of beelddenken vast te stellen.
Er kan ook een Individueel Onderwijskundig Onderzoek worden aangevraagd. Uitleg en kosten die hieraan zijn verbonden kunnen via het contactformulier worden aangevraagd.
Dit kan vastgesteld worden met behulp van het gecertificeerde wereldspel. Zie pagina over het wereldspel. Natasja Janssen van Balans in Leren en Beelddenken heeft dit wereldspel in haar bezit en is bevoegd dit te gebruiken.
In een adviesgesprek wordt meestal gebruik gemaakt van het wereldspel om taal- of beelddenken vast te stellen.
Er kan ook een Individueel Onderwijskundig Onderzoek worden aangevraagd. Uitleg en kosten die hieraan zijn verbonden kunnen via het contactformulier worden aangevraagd.
Beelddenken
Beelddenken is denken in beelden en gebeurtenissen, niet in woorden en begrippen. Het kan omschreven worden als een ruimtelijk denken.
Beelddenkers zien beelden van situaties en gebeurtenissen, waarin meerdere dingen tegelijkertijd zichtbaar worden. Daardoor overziet de beelddenker snel het geheel en doorziet hij snel de oplossing. Het onder woorden brengen van die oplossing is echter een probleem.
Beelddenkende kinderen denken associatief en overzien meer het geheel van de dingen. Ze leggen verbanden en voegen eigen ervaring en kennis toe.
Omdat ze in beelden denken, moeten antwoorden worden omgezet in taal.
Dat kost tijd waardoor ze vaak net te laat zijn; een ander kind heeft het antwoord al gezegd.
In het onderwijs worden beelddenkers vaak geconfronteerd met onbegrip, omdat ze net niet dat ene woord (of het verkeerde woord) wisten op te roepen ondanks het feit dat ze de leerstof wel begrepen.
Het Nederlandse Onderwijssysteem is al decennia lang gericht op de taaldenkende leerlingen: immers, de meeste leerstof wordt verbaal aangeboden (leerkracht praat, leerling luistert).
Methoden, oefeningen en lessen zijn sequentieel (op volgorde), bijna alles wordt tweedimensionaal aangeboden (boeken, teksten) en er wordt gewerkt vanuit details (fragmenten uit een geheel).
Dat is vreemd, als je bedenkt dat de maatschappij de afgelopen jaren enorm veranderd is op het gebied van informatieverwerving.
Je zou kunnen stellen dat we na een taal-tijdperk beland zijn in een beeld-tijdperk.
Met de komst van internet ontstaat een belangrijke andere vorm van leren.
Je hoeft niet meer langer details zoals cijfers, feiten of woorden uit je hoofd te leren.
Het gaat juist om het overzien van het grote geheel en het leggen van verbanden.
Details zoek je op.
Je hoeft geen ellenlange handgeschreven en foutloze epistels te fabriceren.
De tekstverwerker met spellingcontroller doet het voor je.
De dingen gaan niet meer op volgorde, details worden onbelangrijk, driedimensionaal is in en kijken is belangrijker dan luisteren.
Woorden, letters en cijfers zullen niet verdwijnen, maar ze gaan al steeds meer 'samenwerken' met beelden, iconen, pictogrammen, etc. zoals we die overal om ons heen aantreffen.
Ons onderwijssysteem is helaas nog niet aagesloten op deze nieuwe tijd.
Scholen maken gebruik van 'stilstaan/mechanisch' materiaal: boeken, schriften, bord/krijt, veel letters en luisteren. Leerlingen en studenten vinden nog steeds geen ingang voor de aangeboden leerstof en worden onrustig, gaan wiebelen en zijn snel afgeleid.
Vooral beelddenkende leerlingen vervelen zich en zij laten zich meeslepen door hun bewegende omgeving en snelle gedachten. Hierdoor komen ze over als niet geïnteresseerd, onrustig en ongeconcentreerd.
Het uiteindelijke gevolg: veel beelddenkende kinderen die uitvallen op school, zullen in de maatschappij uiteindelijk wel slagen!
Steeds meer hebben we vaardigheden nodig als het vermogen trends te voorspellen, creatief en buiten het kader te denken, nieuwe mogelijkheden aan te boren, computers te bedienen, risico's te nemen.
Gelukkig bezitten beelddenkers bezitten die vaardigheden van nature!
Problemen die zich nu nog steeds voorkomen op school zijn onder andere:
•heeft moeite met het vinden van juiste woorden;
•vertelt voor anderen soms op een onbegrijpelijke manier;
•heeft moeite met volgorde van tijd,
•heeft wisselende schoolprestaties, ontwikkelt zich asynchroon (onevenwichtig);
•vertoont op bepaalde momenten inzicht en op andere momenten juist weer niet;
•heeft moeite met het zich eigen maken van taken. Hij moet ze eerst begrijpen;
•leest vaak spellend/radend;
•leest anticiperend, gebruikt synoniemen (gebruikt soms hele andere woorden dan er staan, met ongeveer dezelfde betekenis, zoals 'man' in plaats van 'heer');
•heeft moeite met 'lege' woorden lezen, zoals 'de', 'het', 'een', 'als', etc., dus woorden die niet gevisualiseerd kunnen worden;
•is erg gevoelig voor de stemming/sfeer die ergens hangt, is intuïtief;
•verliest snel zijn aandacht bij het luisteren, associeert veel en snel;
•heeft moeite met het onthouden van abstracte woorden, zoals namen;
•heeft een uitstekend geheugen;
•neemt intuïtief beslissingen;
•is heel creatief, muzikaal, ambachtelijk, emotioneel en/of spiritueel begaafd;
•heeft een goed ruimtelijk inzicht;
•wil graag de vrijheid hebben om te bepalen hoe hij iets aanpakt;
•heeft problemen met het opvolgen van instructies;
•neemt de informatie die hij leest of hoort vaak letterlijk;
•kan problemen niet goed analyseren;
•werkt vanuit een totaalbeeld, kan details makkelijk over het hoofd zien;
•moet woorden visualiseren, alvorens ze te kunnen spellen;
•weet meer dan anderen denken dat hij weet, vaak heel slim/begaafd;
•weet dingen zonder uit te kunnen leggen waarom;
•zegt geregeld dat zijn hoofd 'vol' zit;
•handschrift is vaak erg onregelmatig, bijna onleesbaar, houdt pen vaak krampachtig vast.
Beelddenken is denken in beelden en gebeurtenissen, niet in woorden en begrippen. Het kan omschreven worden als een ruimtelijk denken.
Beelddenkers zien beelden van situaties en gebeurtenissen, waarin meerdere dingen tegelijkertijd zichtbaar worden. Daardoor overziet de beelddenker snel het geheel en doorziet hij snel de oplossing. Het onder woorden brengen van die oplossing is echter een probleem.
Beelddenkende kinderen denken associatief en overzien meer het geheel van de dingen. Ze leggen verbanden en voegen eigen ervaring en kennis toe.
Omdat ze in beelden denken, moeten antwoorden worden omgezet in taal.
Dat kost tijd waardoor ze vaak net te laat zijn; een ander kind heeft het antwoord al gezegd.
In het onderwijs worden beelddenkers vaak geconfronteerd met onbegrip, omdat ze net niet dat ene woord (of het verkeerde woord) wisten op te roepen ondanks het feit dat ze de leerstof wel begrepen.
Het Nederlandse Onderwijssysteem is al decennia lang gericht op de taaldenkende leerlingen: immers, de meeste leerstof wordt verbaal aangeboden (leerkracht praat, leerling luistert).
Methoden, oefeningen en lessen zijn sequentieel (op volgorde), bijna alles wordt tweedimensionaal aangeboden (boeken, teksten) en er wordt gewerkt vanuit details (fragmenten uit een geheel).
Dat is vreemd, als je bedenkt dat de maatschappij de afgelopen jaren enorm veranderd is op het gebied van informatieverwerving.
Je zou kunnen stellen dat we na een taal-tijdperk beland zijn in een beeld-tijdperk.
Met de komst van internet ontstaat een belangrijke andere vorm van leren.
Je hoeft niet meer langer details zoals cijfers, feiten of woorden uit je hoofd te leren.
Het gaat juist om het overzien van het grote geheel en het leggen van verbanden.
Details zoek je op.
Je hoeft geen ellenlange handgeschreven en foutloze epistels te fabriceren.
De tekstverwerker met spellingcontroller doet het voor je.
De dingen gaan niet meer op volgorde, details worden onbelangrijk, driedimensionaal is in en kijken is belangrijker dan luisteren.
Woorden, letters en cijfers zullen niet verdwijnen, maar ze gaan al steeds meer 'samenwerken' met beelden, iconen, pictogrammen, etc. zoals we die overal om ons heen aantreffen.
Ons onderwijssysteem is helaas nog niet aagesloten op deze nieuwe tijd.
Scholen maken gebruik van 'stilstaan/mechanisch' materiaal: boeken, schriften, bord/krijt, veel letters en luisteren. Leerlingen en studenten vinden nog steeds geen ingang voor de aangeboden leerstof en worden onrustig, gaan wiebelen en zijn snel afgeleid.
Vooral beelddenkende leerlingen vervelen zich en zij laten zich meeslepen door hun bewegende omgeving en snelle gedachten. Hierdoor komen ze over als niet geïnteresseerd, onrustig en ongeconcentreerd.
Het uiteindelijke gevolg: veel beelddenkende kinderen die uitvallen op school, zullen in de maatschappij uiteindelijk wel slagen!
Steeds meer hebben we vaardigheden nodig als het vermogen trends te voorspellen, creatief en buiten het kader te denken, nieuwe mogelijkheden aan te boren, computers te bedienen, risico's te nemen.
Gelukkig bezitten beelddenkers bezitten die vaardigheden van nature!
Problemen die zich nu nog steeds voorkomen op school zijn onder andere:
•heeft moeite met het vinden van juiste woorden;
•vertelt voor anderen soms op een onbegrijpelijke manier;
•heeft moeite met volgorde van tijd,
•heeft wisselende schoolprestaties, ontwikkelt zich asynchroon (onevenwichtig);
•vertoont op bepaalde momenten inzicht en op andere momenten juist weer niet;
•heeft moeite met het zich eigen maken van taken. Hij moet ze eerst begrijpen;
•leest vaak spellend/radend;
•leest anticiperend, gebruikt synoniemen (gebruikt soms hele andere woorden dan er staan, met ongeveer dezelfde betekenis, zoals 'man' in plaats van 'heer');
•heeft moeite met 'lege' woorden lezen, zoals 'de', 'het', 'een', 'als', etc., dus woorden die niet gevisualiseerd kunnen worden;
•is erg gevoelig voor de stemming/sfeer die ergens hangt, is intuïtief;
•verliest snel zijn aandacht bij het luisteren, associeert veel en snel;
•heeft moeite met het onthouden van abstracte woorden, zoals namen;
•heeft een uitstekend geheugen;
•neemt intuïtief beslissingen;
•is heel creatief, muzikaal, ambachtelijk, emotioneel en/of spiritueel begaafd;
•heeft een goed ruimtelijk inzicht;
•wil graag de vrijheid hebben om te bepalen hoe hij iets aanpakt;
•heeft problemen met het opvolgen van instructies;
•neemt de informatie die hij leest of hoort vaak letterlijk;
•kan problemen niet goed analyseren;
•werkt vanuit een totaalbeeld, kan details makkelijk over het hoofd zien;
•moet woorden visualiseren, alvorens ze te kunnen spellen;
•weet meer dan anderen denken dat hij weet, vaak heel slim/begaafd;
•weet dingen zonder uit te kunnen leggen waarom;
•zegt geregeld dat zijn hoofd 'vol' zit;
•handschrift is vaak erg onregelmatig, bijna onleesbaar, houdt pen vaak krampachtig vast.